Allereerst moet je weten dat de alvleesklier het hormoon insuline aanmaakt. Insuline zorgt ervoor dat glucose (suikers) vanuit het bloed naar de cellen gaat als brandstof. Tevens zorgt insuline ervoor dat er een reservevoorraad glucose wordt opgeslagen in de lever (glycogeen) en dat het teveel aan glucose in het bloed wordt opgeslagen als vet. Insuline regelt de bloedsuikerspiegel, zonder insuline kan deze glucose nergens heen en blijft het in het bloed zitten. Als er te veel suiker in het bloed blijft zitten, krijg je te maken met hoge bloedglucosewaarden. Als deze langdurig te hoog zijn, kunnen er complicaties optreden.
Bij deze vorm van diabetes maakt de alvleesklier dus eerst nog wel insuline aan, maar het lichaam reageert er niet meer goed op. De bloedsuiker blijft desgewenst te hoor, waardoor de alvleesklier steeds meer insuline gaat aanmaken om de suikerspiegel toch te laten zakken. Op een gegeven moment maakt de alvleesklier ook bij type 2 steeds minder insuline aan.
Fabels over diabetes 2
Diabetes type 2 zou besmettelijk zijn. Onzin! Je krijgt het ook niet door te veel suiker te eten. Overgewicht speelt wél een rol. De ziekte komt beslist niet alleen bij oude mensen voor. Door onze veranderende leefstijl wordt de ziekte steeds vaker ook bij jongeren en kinderen vastgesteld.
Het risico op diabetes type 2 kan wel degelijk worden beperkt, door eigen toedoen. Lees meer over hoe je diabetes kunt voorkomen of het risico op de aandoening kunt verkleinen.