Wanneer heb je overgewicht?
Overgewicht betekent dat je veel vetcellen hebt. Met de BMI (Body Mass Index) kun je uitrekenen of je gewicht gezond is in verhouding tot je lengte. Als volwassene heb je een gezond gewicht als je BMI tussen de 18,5 en 25 is. Met een BMI boven de 25 heb je overgewicht. Met een BMI van 30 of hoger is er ernstig overgewicht. Dit wordt ook wel obesitas genoemd. BMI zegt niet alles. Minstens zo belangrijk is je buikomvang. Hiermee onderzoek je hoeveel buikvet je hebt.
Het risico van overgewicht
Overgewicht vergroot de kans op een groot aantal ziekten, zoals diabetes type 2. Daarnaast heb je meer risico om diabetescomplicaties te krijgen als je te zwaar bent. Als je diabetes type 2 hebt én overgewicht heb je bijvoorbeeld een grotere kans op hart- en vaatziekten.
Wat zijn mogelijke oorzaken van overgewicht?
Als iemand overgewicht heeft zijn er vaak meerdere oorzaken. In dit artikel gaan we in op zes verschillende oorzaken voor overgewicht.
1. Leefstijl
Te veel calorieën eten/ te weinig bewegen
Je komt gewicht aan als je meer calorieën binnenkrijgt dan dat je verbruikt door bijvoorbeeld sporten of bewegen. Als je lichaam meer calorieën binnenkrijgt dan nodig, dan wordt het teveel aan calorieën opgeslagen in het vetweefsel als reserve. Vooral van voeding met veel vetten en koolhydraten kun je dikker worden.
Je lichaam geeft insuline af aan het bloed als je koolhydraten binnenkrijgt. Het hormoon insuline is het hormoon dat glucose en vetten opslaat in vetcellen. Je gaat je vet-voorraad pas gebruiken wanneer de calorieën uit je maaltijd verbrand zijn. Lees meer over voldoende bewegen.
Crashdieet
Als je in korte tijd veel afvalt, daalt je energieverbranding als je rust. Daardoor moet je veel meer bewegen om deze energie alsnog te verbranden.
Van Rossum: “In eerste instantie kan zo’n dieet effectief zijn. Maar op langere termijn worden er juist meer hongerhormonen en minder verzadigingshormonen aangemaakt. En gaat ook nog eens de verbranding omlaag. Met als gevolg dat het tegengestelde effect wordt bereikt. Mensen worden na het volgen van een crashdieet vaak zelfs zwaarder dan voor het dieet, waardoor zij opnieuw gaan diëten. Met een vicieuze cirkel en alsmaar toenemend gewicht tot gevolg.”
Bron: Erasmus MC, Prof. dr. Liesbeth van Rossum
Stoppen met roken
Roken versnelt je stofwisseling. Als je stopt met roken wordt je stofwisseling weer trager en daardoor kun je tot ongeveer 4 kilo aankomen. Toch is het gezonder om niet te roken.
2. Hormonen
Als je iets eet krijg je na een tijdje een vol gevoel. Dit komt niet alleen door een volle maag, maar ook door de hormonen leptine en insuline die een beloningssignaal geven aan je hersenen dat je genoeg gegeten hebt. Ongeveer 20 minuten na iedere maaltijd maken de darmen stofjes aan, GLP-1. Ook deze sturen een signaal naar de hersenen dat je je vol voelt. Bij de één zijn de hormoonontvangers in de hersenen sterker dan bij de ander.
Resistentie voor insuline en leptine
Wanneer vetcellen snel groeien ontstaan er ontstekingen en word je minder gevoelig voor insuline. Hierdoor blijft je bloedglucosewaarde hoger en heb je een grotere kans op diabetes type 2. Ook voor leptine kan je ongevoelig worden. Daardoor krijgen je hersenen geen seintje dat je genoeg gehad hebt en blijf je trek houden.
Stress
Door stress maak je meer van het stresshormoon cortisol aan. Dat zorgt ervoor dat je zin krijgt om te snacken. Die vetten sla je op in je buik. Ook andere psychische aandoeningen zoals depressie, trauma of eetstoornissen kunnen zorgen voor verstoorde hormonen. Lees tips voor minder stress en meer ontspanning.
Te weinig slaap
Uit onderzoek blijkt dat je al na 1 nacht minder dan 5 uur slaap een verandering in je hormonen krijgt. Je hongerhormoon stijgt, je maakt minder verzadigingshormonen aan en meer cortisol waardoor je meer zin krijgt om te snacken. Lees tips voor een betere nachtrust.
Ook tijdens de overgang en na een zwangerschap kunnen de hormonen uit balans zijn waardoor je meer trek hebt.
3. Genen
Je genen bepalen voor een groot deel of je kans hebt om zwaarder te worden. Zoals genen die betrokken zijn bij hoe snel je honger hebt of hoe snel je vol zit. Overgewicht is dus lang niet altijd eigen schuld, dikke bult!
4. Microbioom
In je darmen zitten veel goede bacteriën. Dit wordt je darmflora genoemd. Als je darmflora verandert, bijvoorbeeld door antibiotica of veel ongezonde bacteriën, dan kan je stofwisseling veranderen.
5. Medicijnen
Sommige medicijnen hebben als bijwerking dat je gewicht kunt aankomen. Zoals:
- Corticosteroïden
- Middelen tegen een hoge bloeddruk (bètablokkers, alfablokkers)
- Antidepressiva (mirtazapine, citalopram, paroxetine)
- Antipsychotica (lithium, olanzapine, risperidon)
- Anti-epileptica (carbamazepine, valproinezuur, gabapentine)
- (Zenuw)pijnstillers (pregabaline, amitriptyline)
- Diabetesmedicijnen (insuline, glimepiride)
Ook zijn er aanwijzingen dat je kunt aankomen van maagzuurremmers (protonpompremmers) en allergiemiddelen (antihistaminica).
Gebruik je één van deze medicijnen en probeer je af te vallen? Bespreek dan met je zorgverlener of er een ander medicijn is waar je niet van aankomt.
6. Weinig bruin vet
Bruin vet zet opgeslagen vetten om in lichaamswarmte. Bruin vet maak je aan door kou. Als je het weinig koud hebt neemt je hoeveelheid bruin vet af en verbrand je minder lichaamsvet. Tip: zet de verwarming regelmatig op 14-15 graden. Bij lage temperaturen verloopt je stofwisseling sneller en gebruikt je lichaam meer energie. Pas op, je bloeddruk wordt ook hoger. Door het rillen van de kou nemen je spieren meer glucose op uit je bloed waardoor je bloedglucosewaarde daalt.
Waarom is afvallen zo moeilijk?
Als je eenmaal overgewicht hebt dan is het erg lastig om af te vallen. Dit komt omdat je hormonen verstoord zijn geraakt waardoor je trek houdt, ook als je genoeg gegeten hebt. Omdat je lichaam denkt dat het geen energie heeft kan je ook erg moe zijn. De kans is groot dat je daardoor minder gaat bewegen en meer gewicht aankomt. Het kan jaren duren totdat deze hormonen weer in balans zijn.
Behandeling van overgewicht
Als je wilt afvallen is de eerste stap om de oorzaak te achterhalen. Daar is een handige vragenlijst voor ontwikkeld. Het doel van een behandeling voor overgewicht is 5% gewichtsverlies. Dit heeft al voordelen voor o.a. diabetes, bloeddruk en minder leververvetting. Een belangrijk onderdeel van de behandeling is het aanleren van een gezonde leefstijl. Eet gezond en onbewerkt, beweeg, ontspan en slaap voldoende. Lees tips om zelf je leefstijl aan te passen.
Daarnaast zijn er drie soorten behandelingen mogelijk:
- Leefstijl: een gecombineerde leefstijlinterventie programma (GLI)
- Medicijnen die op je darmhormonen werken zodat je een verzadigd gevoel krijgt minder snel trek krijgt
- Operatie (maagverkleining)
Bespreek met jouw zorgverlener wat bij jouw situatie past.
Bekijk de webinar over diabetes en overgewicht
In de webinar van Diabetesvereniging Nederland legt obesitas-arts Mariette Boon, verbonden aan het LUMC Leiden en Erasmus MC Rotterdam, begrijpelijk uit hoe overgewicht ontstaat en wat je zelf kunt doen.