1. Insuline
De meeste mensen met type 3C hebben insuline nodig, vaak meerdere keren per dag. Dat komt doordat de alvleesklier te weinig of helemaal geen insuline meer aanmaakt. De hoeveelheid insuline moet goed worden afgestemd, omdat de werking kan wisselen bij problemen met de spijsvertering.
2. Enzymtabletten voor de spijsvertering
Als de alvleesklier geen of te weinig enzymen aanmaakt, worden vetten en andere voedingsstoffen minder goed opgenomen. Dan krijg je pancreasenzymen in capsulevorm, die je bij elke maaltijd inneemt. Hierdoor kun je voedingsstoffen beter opnemen en krijg je minder last van buikklachten zoals diarree, vettige ontlasting of gewichtsverlies.
3. Voedingsadvies
Voeding speelt een grote rol. Een diëtist die ervaring heeft met alvleesklierproblemen is hierbij heel belangrijk.
- Kleine, regelmatige maaltijden werken vaak beter dan 3 grote.
- Beperk vet niet te veel, want je hebt vet nodig, zeker bij gebruik van enzymen.
- Extra vitamines zoals A, D, E en K kunnen nodig zijn, omdat die slechter opgenomen worden bij enzymtekort.
- Let op bloedsuikerpieken, vooral bij sterk bewerkte koolhydraten.
Een persoonlijk voedingsplan is meestal nodig. Kijk samen met een diëtist wat jouw lichaam goed verdraagt en wat past bij jouw bloedsuikerwaarden.
4. Regelmatige controles
Omdat type 3C vaak gepaard gaat met andere klachten (zoals gewichtsverlies, buikpijn of tekorten), zijn regelmatige controles belangrijk:
- Bloedonderzoek naar bloedsuiker, maar ook naar vetopname en vitaminetekorten.
- Controle van je gewicht en algehele voedingstoestand.
- Soms ook een echo of scan van de buik.